Emy

Emy is een gewoon meisje in het dorpje Amforia aan de voet van de vulkaan. Ze is acht en heeft twee kleine hamsters:Eva en Ava. Ze heeft ook een grotere zus:Amaya twaalf jaar, en een klein broertje:Theon vijf jaar. Emy woont in de buurt van de oude molen, waarvan men zegt dat het daar spookt. De vader van Emy is een schilder, daar heeft Emy haar tekentalent aan te danken.

Zie je dat meisje helemaal rechts? Dat ben ik (Emy)!

Emy’s beste vriendin is Ellis. Emy’s favoriete bloemen zijn Pandabloesems, die zijn erg zeldzaam want ze groeien alleen op de toppen van vulkanen. Daarnaast zijn er ook bloemen waarvan ze gruwelt, de Tijgerdauw bijvoorbeeld. Emy’s lievelingseten zijn luchtige pannekoeken met amandelstroop. Emy’s favoriete boek is Heintje Chagrijntje. Emy’s lievelingsdieren zijn hamsters. In haar vrije uren gaat Emy het liefst knutselen.

Emy is allergisch voor de paarse-Belbloem. Emy is bang voor kikkers. Emy is ook bang voor de tijgerdauw.

Emy helpt vaak met afwassen, en helpt ook graag met het maken van pannekoeken, soms helpt ze met het huis schoonmaken. Emy mag soms met Amaya het avondeten klaarmaken, dat zijn dan vooral pannekoeken en muntsalade met eigengemaakte amandelstroop.

Als Ellis komt logeren bereid ze zich meestal heel erg voor, met pannekoeken en hangt overal doeken op zodat het lekker donker is in de kamer. Als ze dan in bed gaan kruipen vertellen ze aan elkaar enge verhalen, die van Emy gaan vooral over de oude molen en moet dan altijd lachen als ze kijkt naar het bange gezicht van Ellis.

De ontmoeting met Ellis

Het was zondag. Ik stond op en ik voelde meteen dat het een goede dag zou worden, ik deed mijn kleren aan. Ik ging naar beneden, pakte een snee brood, deed er wat jam op en at het heel langzaam op. Daarna pakte ik mijn poncho en ging naar buiten….nadat ik mijn ouders op de hoogte had gebracht natuurlijk. Ik ging naar buiten om leuke spulletjes te zoeken om mee te knutselen en als ik dan toevallig wat hout vond dat geschikt was om een vuur mee aan te steken nam ik dat ook maar mee. Na ongeveer een uur te lopen zoeken, had ik de hoop al opgegeven, ik ging richting huis. Ik had misschien niet zo ver van huis moeten lopen, want ik ken alleen de buurt van m ’n huis en een deel van het bos en volgens mij ben ik uit dat deel van het bos en ben ik verdwaald. Ik hoorde een paar voetstappen, heel dichtbij, ik bleef gewoon staan en wachtte. Ik zag een meisje, net zo groot als ik en zij bleef ook gewoon staan, na een paar minuten stilte zei dat andere meisje wat:”Hallo, ik heet Ellis. En hoe heet jij?”Ik was nog wel verlegen maar zei toch wat:”Ik ben Emy, weet jij misschien waar de oude molen is?”Die Ellis wenkte me en ik kwam achter haar aan. De hele reis had ik niets gezegd en dat had ook niet gekund, want Ellis liep maar door te babbelen…en dat moest ik allemaal aanhoren. Toen waren we eindelijk bij de oude molen, Ellis bleef staan en ik liep door en zwaaide nog even en liep snel weer verder. Toen ik thuis was, was het al aan het schemeren. Ik at mijn bord leeg, deed mijn pyjama aan en kroop in m ’n bed, las nog een hoofdstuk uit Heintje Chagrijntje, daarna blies ik de kaars uit, dacht nog even aan Ellis, en dommelde in. De volgende ochtend wilde ik naar Ellis, ik deed mijn kleren aan en ik probeerde me voor te stellen dat het weer zondag was en probeerde aanwijzingen te zoeken, zodat ik uit kon zoeken waar die Ellis nou precies woonde…. ze rook erg naar vers brood…en taart, dus zou ze in de buurt van de bakkerij of in de bakkerij moeten wonen. Ik zag dat het vandaag lekker zonnig zou worden, dus ik ging naar buiten zonder poncho en rende naar de bakker. Toen ik bij de bakkerij was deed ik hijgend de deur open en stapte naar binnen. Ik stopte al meteen met hijgen toen ik verse broodjes rook, ik liep naar de bakker toe en vroeg of hij een meisje kende genaamd Ellis, en hij kende haar, sterker nog het was zijn eigen dochter. Ellis zou er straks aan komen, ze liep namelijk nog wankelend van de slaap. Toen ze dan eindelijk beneden was, was ze nog steeds een beetje slaperig maar toen ze mij zag was ze opeens springlevend, dat kwam goed uit want ik wou met haar op avontuur, enge monsters zoeken, die dan verslaan en beroemd worden, of zo. Ik trok aan Ellis’ arm zodat ze meekwam naar buiten, ze rukte zich los ging weer naar binnen en kwam weer naar buiten met een dozijn jamtaartjes…in een tas natuurlijk. Ellis kwam weer naar me toe en zei:”Voor als we verdwalen.”Dat verklaarde een tas vol jamtaartjes.”Wat zullen we gaan doen?”Vroeg Ellis, en ik antwoordde toen wat dacht:”Op de vulkaan klimmen en als er lava is, gaan we even daarin zwemmen en terug naar het dorp…”Dat zei ik zonder er bij stil te staan wat ik zei, ik keek naar het verbaasde gezicht van Ellis en dacht weer terug aan wat ik gezegd had en zei daarna:”Ik bedoel enge monsters zoeken.”Toen trok Ellis trok een stoer gezicht en liep met marcheer passen naar het bos.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.