De Demon Army

Het Eerste Hoofdstuk…

‘Ik herinner me het allemaal nog heel goed, en ik kan het nog precies navertellen…’

“We moeten ons verdedigen!” riep Luitenant Colonel Omnobori. Ze was gaan staan “Rustig, Zusje,” zei Major Generaal Laga en ging ook staan “we hebben eerst versterking nodig.”

‘We zijn terug naar het verleden, op de dag waneer alles begonnen was. Op de plek waar de vergaderingen gehouden worden.’

“We wachten eerst op de anderen.” Laga keek naar Omnobori “Trouwens we hadden een vergadering voor al dat “ongedierte” weet je nog?” De deur zwaaide open. Omnobori draaide zich geschrokken om en Laga keek naar achteren. Het was Luitenant Colonel Guren die deze discussie zo grof verstoorde. Hij kwam naar binnen strompelen en ging zitten. “En? Hebben jullie al een manier bedacht?” vroeg hij en wreef over zijn schouder. “Ik, eh…” stamelde Omnobori en keek schuin naar benden alsof daar het antwoord lag die ze nodig had. Laga keek naar Guren “Nog niet…” zei ze met haar vinger op de kaart. Ze wees namelijk de Stad Olus aan, waar het wemelde van het “ongedierte”.

‘In die stad staat een eeuwenoud kasteel waarvan de mensen zeiden dat het bewoond werd door wezens die de mensen angst opjoegen, nu zijn er alleen vleermuizen… tot een week geleden…’

‘Het was al erg genoeg dat er per dag tientallen mensen stierven in de Stad Olus, maar zoals elk kwaad wilde het nog meer steden overnemen.’

De Stad Olus…

Overal werden de nachten steeds langer en langer, en bij de Stad Olus kwam er na de nacht helemaal geen dag meer.

“We moeten naar de Stad Olus om te kijken wat daar allemaal aan de hand is. En wat dat “ongedierte” is.” iedereen keek naar Laga, die nadenkende pose nam. Omnobori keek weer naar de kaart “Is wat die mensen zeggen eigenlijk wel waar?” zei ze met haar ogen nog steeds gericht naar de kaart.”Dat moeten we uitzoeken. Nou verzamel de troepen, het is tijd voor een tripje naar de Stad Olus!”

Zo gezegd zo gedaan. Maar wie had gedacht dat ze de Stad Olus zo zouden aantreffen…’

‘Alles was verlaten. Elk gebouw was een ruine geworden, lantaarnpalen waren omgebogen, hele stukken van straten waren eruit gerukt en waren ergens anders neergesmeten, bomen lagen met wortels en al op de straatweg en voertuigen… auto’s, bussen, fietsen, ze waren overal en nergens… het leek wel alsof auto’s in gebouwen waren geslingerd.’

“Toen ze zeiden dat alles vernield was, overdreven ze echt niet!” zei Omnobori met open mond. “Luitenant Sistina kijk of er nog overlevenden zijn!” Laga keek naar een meisje met lichtpaars haar ,die ongeveer een hoofd kleiner was. Sistina pakte met haar handen het heft van het zwaard. En ging weg, tussen de ruines zoeken.

Ze kwam later met een gewonde terug. Hij zag er niet goed uit: de helft van zijn voet was opengesneden, had twee grote krassen op zijn gezicht en overal waar hij liep, liet hij een bloedspoor achter. “Wat kunnen we hieraan doen? Laga keek naar de gewonde. “Uitzoeken wat de oorzaak hiervan is.” zei Guren. “Ik ga wel met een groep soldaten kijken.” Omnobori wou al weggaan. “Wacht! Dat is te riskant.” Guren keek naar Omnobori en Laga en greep zijn zwaard. “We gaan met z ’n allen, zodat we elkaar kunnen verdedigen.”

‘En ze gingen met z ’n allen op weg. En er gebeurde niks totdat…’

“Bukken!” riep een jongen uit de voorste rij, en gooide het meisje en de jongen naast zich op de grond. En ineens was er een geluid dat je hart deed stilstaan. “IEEIEE!” velen deden hun oren dicht en de enkele die hun oren niet afschermden vielen bewusteloos neer op de grond. “Wat gebeurt er?” Omnobori probeerde te kijken wat er aan de hand was. Ze stond op en lag meteen weer op de grond. “Luitenant Colonel!” werd er heel paniekerig geroepen. Omnobori lag kreunend op de grond, en verroerde zich niet. Ze bleef maar naar de lucht staren alsof ze daar een monicus had gezien, en op haar voorhoofd had ze een grote rode plek.

‘Het bleek dat Omnobori een Konsupijl in haar voorhoofd had gekregen. En moest ze nu snel naar de ziekenboeg om het te laten verzorgen, zodat het mengsel van gif en Nachtvalm niet verder in haar lichaam zou verspreiden. Er mocht geen vuil in de wond komen. Daarvoor moesten ze naar de heler en tegelijkertijd magier: Kono.’

“Kono! We hebben je hulp nodig! Kono?”

‘Kono was niet bij de ziekenboeg. Maar waar was ze wel?’

School Van Nigurisch

‘Major Generaal Laga en Luitenant Colonel Guren stuurden een paar soldaten om Kono te zoeken.’

“Kono waar ben je? Kono?!” Laga en Sistina keken paniekerig rond. “Major Generaal?” vroeg Sistina “Weet u misschien of er ook een andere heler is die ons kan helpen?” Laga schudde met haar hoofd. “Ik weet het nie-” “Major Generaal Laga! Major Generaal Laga! We hebben een spoor van Kono gevonden!” Noba kwam hijgend aanrennen en viel bij Laga en Sistina bijna neer van vermoeidheid. “Bij de vervallen School Van Nigurisch. We hebben daar voetstappen van Kono ontdekt.” puffend zakte Noba in elkaar. Sistina hielp hem overeind, Laga keek naar de troepen en riep:”Maak je klaar om naar de School Van Nigurisch te gaan.” Laga’s stem echode, toen de echo stopte liep Laga naar Guren. “We moeten Omnobori zo snel mogelijk verzorgen, anders redt ze he-” “Guren we hebben sporen van Kono!” zei Laga enthousiast. Guren keek op, verbaast dit keer. Daarna verscheen er een grote glimlach op zijn gezicht.

‘De School Van Nigurisch was ver weg, daarom waren ze er ook twee en een half uur mee bezig om daar naar toe te komen. En toen ze bij de school waren, was het al tegen tienen.’

“Ik hoop dat we Kono snel vinden.” zei Guren en nam een slok water uit zijn veldfles.”We vertrekken meteen nadat Colonel Shiyurii met haar groep is teruggekomen.” Laga ging bij het het vuur zitten. “Zeg eens Luitenant Sistina, waarom ben jij eigenlijk niet op weg met een groep?” Guren keek haar vragend aan. Sistina werd helemaal rood, “Dat komt omdat… ik de rillingen van deze plek krijg.” Sistina ging naast Laga zitten. Guren staarde naar het vuur. “We zullen Kono wel vinden…” zei hij binnensmonds.

‘Iedereen ging slapen. En de volgende ochtend gingen De Leiders en de soldaten de School Van Nigurisch binnen. Er was niets meer van de school over, alleen een ruine.’

Luitenant Colonel Noba en Guren probeerden een grote puntige steen weg te duwen die in de weg lag. “Willen jullie echt niet dat ik help?” zei Laga met verontrustende blik op Noba en Guren. “Nee. D-it is ma-mannenwerk.” zei Guren vermoeiend en kreunend. Laga schudde zuchtend haar hoofd en liep op ze af. “Ga is opzij, dan doe ik het zelf wel.” Guren en Noba gingen opzij, en Laga ging het nu proberen. *PAF* de steen was op zijn zij gevallen en er was een doorgang vrijgekomen. Je kon er een donkere ruimte zien. Het waaide en je kon er lastig lopen door de afgebroken en afgebrokkelde stenen. Luitenant Colonel Guren liep naar binnen en struikelde daarbij ook wel een paar keer. “Erger dan dit kan het niet worden.” mopperde Noba achter Luitenant Colonel Guren aanlopend. Laga volgde hen, vooral omdat ze ongelukken wou voorkomen. “Major Generaal? Moeten er niet een paar soldaten buiten wachten? Gewoon voor de zekerheid.” Sistina keek vragend naar Laga, die voor zich keek en doorliep. “Dat lijkt me een goed idee, Sisti-” Ineens hoorden ze gelach, vrolijk kindergelach. Sistina en Laga renden geschrokken naar Guren en Noba. “Wat gebeur-” “Sssst!” Guren bracht zijn vinger naar zijn mond. Laga deed haar mond stijf dicht. Laga liep dichter naar ze toe. Guren keek nu weer ergens anders naar. Hij stond tegen een steen aangeleund, kijkend achter de steen. Er kwam een zwak lichtschijnsel achter de steen vandaan. En gefluister. Laga leunde wat meer naar voren om te beter te kunnen zien wat daar was, maar in plaats van dat ze het beter kon zien struikelde ze over de voeten van Noba. “Oeps.” Noba stak een hand uit om Laga te helpen.

Kono

‘Toen pas kwamen ze erachter dat Kono daar zat met zeven kinderen. Ze zaten met z’n achten om een vuurtje dat op het punt stond om uit te gaan. En toen Kono Laga, Guren, Noba en Sistina zag liep ze blij naar ze toe.’

“Wat ben ik blij jullie te zien!” Kono omhelsde de verbaasde Laga. “J-ja, ik o-ook.” stamelde Laga. Guren, Noba en Sistina kwamen ook tevoorschijn. “Kono?” vroegen ze allemaal tegelijk. Kono glimlachde, en riep vrolijk:”Kijk, dit zijn Zeo, Gari, Licass, Ozvary, Nez, Ce en…” Kono keek vragend naar een jongen in de hoek. “Ik heet Misan.” zei hij glimlachend. “Ja, dat was het! Sorry Misan.” Kono kon het gewoon niet verdragen als ze iets vergeten was. “Wat doe je hier Kono?” Laga keek naar Kono.”Kono, waarom heb je niet gewoon gezegd dat je ergens heen ging?” Guren begon een beetje chagrijnig te worden, hij hield niet van zoeken en wachten, dat wist iedereen wel. “Ik wist zelf eigenlijk ook niet dat ik naar deze plek zou gaan.” zei Kono. Noba begreep het niet, maar dat maakte niet uit. Ze hadden Kono gevonden en alles bleek goed met haar te zijn. Laga schrok ineens. “Kono, Omnobori is gewond! Kun jij haar helpen?” Kono knikte. “Laten we dan maar dan maar vlug naar haar toe gaan!”

‘Omnobori lag woelend op de grond, Guren en Laga moesten haar vasthouden zodat ze stil ging liggen.’

De Demon Army
Belangrijke Personages:

Major Generaal Laga
Luitenant Colonel Omnobori
Luitenant Colonel Guren
Luitenant Sistina
Colonel Noba
Kono

Misan
Zeo
Gari
Licass
Ozvary
Nez
Ce

Sergeant Emerold
Luitenant Colonel Evengeline
Iriké
Luitenant Jafa (Geheimagent: Silverfox)

Tundra
Xinea
Luitenant Ikino
Liffin
Naomiy
Luitenant Colonel Sanzy

Luitenant Generaal Kunuru
Major Generaal Nogori
Colonel Shiyurii
Major Generaal Thychen
Colonel Saimoon

Sergeant Yosou
Tosho
Daku
Hoshi
Taso
Kozo
Sergeant Yoru
Colonel Karui
Luitenant Generaal Kureto
Major Generaal Shinya
Luitenant Colonel Ngude
Major Generaal Seishiro

Colonel Bokaru
Soeën
Luitenant Erick
Lochy
Luienant Ziru
Sergeant Narumi

Luitenant Generaal Siregi
Dylagai
Luitenant Colonel Airy
Colonel Grazey
Major Generaal Itè
Luitenant Shata
Luitenant Erea

Intspiratie Bron:
Owari No Seraph

6 antwoorden op “De Demon Army”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.