Silvy

De Trappen Op

Het was donker, het was pikdonker, en toch moest Silvy alle trappen op om die ene kaart te pakken. Die ene kaart die zoooo belangrijk was voor mevrouw Swink dat het niet tot morgen kon wachten. Want nu moest Silvy al die lange trappen op. Als je nu denkt: Ooh, al die trapjes op, dat is wel gemakkelijk… ik ga dagelijks drie keer de trap op en af! Nou dat was niet zo gemakkelijk: Eerst moest Silvy de trap naar boven nemen, daarna de trap die naar de keuken leidt, dan ga je de linkertrap op die weer naar een ander trappenhuis leidt. Dan ga je via dat trappenhuis naar de deur links van de deur waar je was binnengekomen, dan ga je nog meer trappen op, en als je dan een deur met een soort van kringeltje erop ziet moet je daar naar binnen gaan en dan alleen nog de trap naar de toren. Dus je moest alles goed onthouden anders verdwaalde je! De kaars was bijna opgebrand, maar Silvy was bijna in het hoogste torentje, ze hoefde alleen nog maar de de laatste acht treden op. Silvy kwam aan de hendel van de deur, de deur kraakte toen ze eraan kwam. Piepend deed ze de deur open. Je kon de grote leunstoel vlakbij het bureau niet eens zien, laat staan een kaart! Op de kaars hoefde Silvy niet te rekenen, want die was inmiddels opgebrand…gelukkig had ze nog een zaklamp bij zich. Ze pakte de zaklamp tevoorschijn en deed hem aan. De zaklamp knipperde even maar daarna scheen het door de kamer! Silvy moest even wennen aan zoveel licht! Ze kon de boekenkast en het bureau al zien…ze kon het kleed zien en de kandelaars waar de kaarsen in zaten kon ze ook zien! Maar geen kaart…waarschijnlijk lag het weer ergens onderaan, achter of tussen de boeken. Voorzichtig zocht Silvy in de boekenkast, maar geen resultaat. Silvy vond alleen maar stoffige oude boeken en zelfs een paar boeken waar alle blafzijdes eruit vielen. Die kaart kan toch niet weggelopen zijn. Dacht Silvy. “Mevrouw Swink zou niet blij zijn als ik het niet bij me heb als ik straks naar beneden kom.” Dat was het moment dat ze een vreemd geluid vanuit de kast achter haar hoorde…Silvy liep er naar toe en deed de deur open…tot haar grote verbazing kwamen er allemaal vleermuizen uit!

Suiker

Silvy was erg geschrokken! Dat kun je je wel voorstellen als je de deur van je kast open doet en er komen allemaal vleermuizen uit terwijl er nooit iets vreemds met die kast aan de hand was! Maar goed, Silvy was dus erg geschrokken en viel hard op de grond. Ze wreef over haar bips. “Die heeft nu een blauwe plek!” Ze probeerde op te staan maar haar knieen knikten nog! Silvy kroop naar het bureau en ze gebruikte het even als steun. Waar kwamen die beesten vandaan? Dacht Silvy. Ze had werkelijk geen idee. Misschien uit een land hier ver vandaan of was het allemaal een droom. Ach ja, wie weet! Wat kon het haar ook schelen ze moest die kaart vinden nog voor het licht was! En toen ze op haar horloge keek had ze nog 5 uur om hem te zoeken. De uren verstreken en net voor het laatste uur in wou gaan vond Silvy de kaart onderaan de puinhoop die ze ondertussen had veroorzaakt! Ze liep weer alle trappen af naar beneden, zonder er aan te denken wat er allemaal gebeurt was. Mevrouw Swink zat in stoel in het zonnetje op het terras. Toen Silvy op het terras was gaf ze Mevrouw Swink de kaart. “Wel wel, je hebt de kaart toch gevonden waarvan ik dacht dat ik hem had weggegooid…” Zei ze op een opgewekte toon. “Het was me een genoegen mevrouw.” Zei Silvy met een neutraal gezicht, maar eigenlijk dacht ze: Laat me dat nooit meer doen. Begrepen Mevrouw? Mevrouw Swink klapte 3 keer in haar handen, “Oscar, Oscar? Waar blijft hij toch? Ik wil mijn thee!” zei ze ongeduldig. Oscar kwam er al aan lopen, het leek wel alsof hij gevochten had: Hij had overal kleine schrammetjes en rode plekjes, en plekjes alsof er klauwtjes hadden gezeten. “Jij bent ook altijd te laat. En nu ben je zelfs vergeten om suiker in mijn thee te doen!” riep mevrouw Swink op verwijtende toon. “Silvy wil jij even een pakje suiker halen? Het staat in het linkerkastje bovenin.” Zei ze daarna. “Ja mevrouw. Ik weet waar het suiker staat.” Zei Silvy moe. Silvy liep naar de keuken. En liep naar het ‘suiker-kastje’, zo noemde ze het kastje waar alle zoete dingen stonden, waaronder de suiker. Silvy moest vroeger altijd het keukentrapje gebruiken om bij de suiker te kunnen (want Oscar vergat wel vaker de suiker in de thee te doen), maar nu kon ze er wel bij, alleen moest ze wel op haar tenen staan om erbij te kunnen. Nu Lenan er niet meer was had veel meer klusjes, eerst was het alleen maar kleren wassen en de afwas doen maar nu moest ze ook nog dingen zoeken op plekken waar ze eerst helemaal niet mocht komen! Silvy deed het ‘suiker-kastje’ open en pakte de suiker… en P-A-K-T-E de suiker. De suiker stonde er niet! Ik hoop niet dat we gister de suiker vergeten zijn te kopen! Ik heb nog gekeken of we nog suiker hadden! Dacht Silvy in paniek. Mevrouw Swink lust haar thee niet zonder suiker! O, wat moet ik nu doen? Plotseling zag Silvy allemaal glimmende witte korreltjes op de grond liggen, eerst viel het niet op, maar dat kwam door de paniek. Silvy ging op haar buik liggen om de glimmende witte korreltjes beter te kunnen bekijken, ze pakte een van de korreltjes op en hield het vlakbij haar oog, ze kneep een oog dicht. Het was suiker! Silvy schrok. Hoe kwam de suiker op de grond? Silvy rende de tuin in en bracht Mevrouw Swink op de hoogte. “Mevrouw Swink, de suiker is op.” Mevrouw Swink leek niet verbaast.”Ik dacht dat Oscar gister spullen ging kopen die we nodig hadden.” Oscar keek op het boodschappenlijstje dat hij gister had gemaakt. “Melk, boter, kaas, ham, brood, eieren, zout, karnemelk, crackers, frambozen en sinasappels. Geen suiker… Silvy jij zei dat we nog suiker hadden.” Oscar keek Silvy aan, die het plots helemaal warm kreeg. “W-we hadden toen nog suiker. Ik, ik weet het zeker!” Zei Silvy stotterend. “Waar is het nu dan?” Mevrouw Swink klonk wat bozer dan daarnet. “I-ik weet het niet mevrouw! Echt niet”

Plannetje

Silvy had huisarrest. Oscar en Mevrouw Swink dachten allebei dat Silvy het laatste beetje suiker zelf had opgesnoept. Silvy was boos dat ze dat dachten, ze had nog zó uitgekeken naar het weekend, maar nu kon ze dus niet naar de tuin van Mevrouw Bolleva. Silvy hielp Mevrouw Bolleva altijd met het tuinieren, maar deze keer niet. Silvy zuchtte, wat kon ze nu doen? Ze had in haar eigen kamertje al haar spullen opgeruimd, ze had de verwarming aangedaan en al gegeten. Maar nu had ze niets te doen. Misschien… nee, dat zou geen goed idee zijn. Maar misschien zou het wel lukken. Silvy zou stiekem naar buiten kunnen gaan en kon dan toch Mevrouw Bolleva met haar tuin helpen! Alleen zou het geen goed idee om via de voordeur te gaan, dan maar via de achterdeur… die deur was sinds vier jaar geleden al niet meer gebruikt. Silvy moest even nadenken hoe ze daar ook alweer kwam. Ze wist de weg wel tot het deurtje van de bibliotheek… waar ze trouwens ook al een jaar niet was geweest omdat ze niet veel las. Silvy probeerde haar kamerdeur zo geluidloos open te doen, de deur ging open en toen ineens *KRAAK* Silvy schrok, de deur kraakte zo erg dat ze het wel gehoord hadden moeten hebben. Silvy wachtte een minuut, niets Oscar was nog niet gekomen. “Fieuw, dat was even schrikken.” Silvy liep verder. Ze deed het heel voorzichtig, Oscar had scherpe oren en ze wilde geen enkel risico lopen (letterlijk). De vloer was dan nog makkelijk, maar de trap, daarvoor moest ze oppassen.

De Achterdeur

Nog een laatste trede! Zweetdruppeltjes rolden over Silvy’s wangen. Je kan het Silvy! Silvy probeerde positief te blijven, maar dat werd met elke trede lastiger. De tredes kraakten verschrikkelijk en het was al lastig genoeg om voorzichtig te zijn, maar dan daarbij ook stil zijn?! Nee, dat was niks voor Silvy. Stil zijn, stil zijn, stil zijn… voor Silvy was dit een echte uitdaging omdat ze nooit stil kon zijn. *KRIEK* daar kraakte weer een trede. Deze keer moest Oscar het echt gehoord hebben, anders zou hij zichzelf niet zijn. Silvy stond stil, ze was bang dat ze haar betrapt zouden hebben en wou weer zo snel mogelijk naar haar kamertje rennen. Maar dat kon niet, niet nu ze de trap af was. Silvy hoorde al dat er iemand aankwam, ze probeerde zo stil mogelijk te zijn. De stappen kwamen dichterbij, en toen stopte de ze ineens. Silvy hield haar adem in. De stappen kwamen niet dichterbij, en gingen ook niet weg.

Magie (Maggy, Alys, Ganue, Iniya, Efije)

Het was weer laat toen Maggy op school kwam. Goede eerste indruk op school. Ze was net verhuist en ze kende hier helemaal niemand…en haar jurk was niet gewassen. Maggy was kort voor Magellin. Ze zag nog iemand die haastig dezelfde weg als Maggy ging…waarschijnlijk ook naar school en te laat. Maggy had vannacht helemaal niet geslapen en was nu dus heel erg moe. Dat andere meisje en Maggy moesten allebei naar links Maggy lette niet op en KLAP ze botste tegen elkaar op. “Het spijt me vreselijk. Hier, je bril…” Zei Maggy en gaf de bril aan het meisje en hielp haar overeind. “Ik heet Ganue. En hoe heet jij?” Ganue gaf Maggy een hand. “Maggy” Antwoordde Maggy. De hele weg gingen ze al kletsend naar de school. Toen ze de schoolbel hoorden renden ze heel hard naar binnen, ze waren bijna bij het klaslokaal toen hij net dichtging. “Deze keer zijn we te laat!” Zei Ganue hijgend. “Ik ben al blij dat we het tot hier gehaald hebben!” Pufte Maggy. Ze legden hun spullen in hun locker en klopte tegen de deur. Gespannen wachtten ze af. Maggy wou zo graag dat ze tijdens het ontbijten een beetje had opgeschoten, dan had ze hier nu niet hoeven te staan wachten en staarde straks NIET de hele klas haar aan.

Het verhaal van Ellis

Een boom en een blauwe plek

Het was een donkere avond, het bliksemde, regende en donderde. Ik zat onder een boom, niet de beste optie als het bliksemde. Ik heet Ellis trouwens. Ik woon in het dorpje aan de voet van de vulkaan. Mijn beste vriendin is Emy, ze is ook gewoon een meisje zoals ik en eet precies hetzelfde als ik. Rode kool met doperwtjes en een broodje (nou ja, dat broodje is vooral bij mij), en net als ik klaagt ze continu. Van mijn ouders moet ik altijd voor het eten thuis zijn, dat gaat deze keer niet echt lukken. Ik ben eigenlijk wel blij, want ik vind het eten niet bepaalt het lekkerste van de wereld. Maar nu moet ik proberen een andere schuilplaats te zoeken, als dat maar niet onder een boom is of thuis. Ik zou wel naar Emy willen, maar die ligt al wel te slapen, of zit ook onder een boom. Ik wou dat ik geen boswandeling had gemaakt, maar daar kan ik nou geen nee tegen zeggen. Ik hoorde gekraak, in de boom, en toen viel er iemand uit, een meisje net zo groot als ik, toen viel dat meisje…op mij?! Hee, het was Emy! Blijkbaar zat ze dus in de boom! Emy zat ook verbaast te kijken, waarschijnlijk dacht ze precies hetzelfde als ik, maar dan dat ik onder de boom zat in plaats van in de boom. We gingen naast elkaar zitten in plaats van op elkaar, want dat was wat makkelijker om te kletsen. We hadden allebei niets bereikt, behalve dan een blauwe plek. We gingen praten, na een kwartier dan. Het eerste wat ik zei was:”Hallo.” En het eerste wat zij zei was precies hetzelfde. De meeste mensen vragen ons of we een tweeling zijn, maar we lijken niet eens op elkaar en doen nooit hetzelfde…dus lijkt me niet. Oke we doen misschien soms hetzelfde, maar dat is lang niet altijd! Toen gingen we nog meer praten, vraag me niet waar het over ging. Het enige wat je mag weten zijn de eerste paar regels, en dat ging zo, Emy begon:”Heb jij een leuke dag gehad?” Ik zei dat ik een leuke dag had gehad, en ik vroeg toen:”Wat heb jij vandaag gedaan?” En Emy antwoordde dat ze een huisje had geknutseld van takjes en bladeren , en zo gingen we door met kletsen.

Terug naar huis

Toen het stopte met onweren was het al licht te worden. We stopte met praten, zeiden elkaar gedag en gingen naar huis. Toen ik thuis was, waren mijn ouders woedend. Aller eerst omdat ik niet thuisgekomen was, ten tweede dat ik onder een boom ben gaan schuilen dat dus niet zo’n goed idee was. En ten derde omdat ik nu kletsnat was. Ik kreeg huisarrest, ik deed alsof het me niet uitmaakte maar toen ik op mijn kamer was zat ik te mopperen, nu kon ik niet naar Emy toe.

De ontsnapping

Ik stopte met mopperen en ging een plan maken om uit huis te ontsnappen, ik ging naar beneden. Ik zag Blaffer onze hond door het kattenluikje gaan en dat Kiekeboe onze kat hem achtervolgde, net als detective Snak op zoek naar de dader uit mijn boek….zou ik ook door het kattenluikje passen? De deur is op slot dus het is mijn enige kans, alleen nog een goede smoes verzinnen…verzin ik dan wel, operatie ontsnapping gaat van start. Ik zag dat Kiekeboe weer naar binnen kwam, ik duwde haar weer naar buiten en ging er zelf achteraan, mijn moeder kwam heel toevallig langs, en vroeg toen streng:”Wat ben jij aan het doen?” En toen zei ik:”Kiekeboe is door het kattenluikje gegaan.” mijn moeder keek heel verbaast en ging weg, ik vond mezelf heel erg stom, Kiekeboe is een kat! Ik keek of de kust veilig was en ging door het luikje, met veel moeite dan.

Op zoek naar Emy

Ik was ontsnapt nu alleen nog naar Emy. Emy woont in de buurt van de oude molen, ik vind het een vreselijk griezelige plek. Maar ik moet er wel langs anders kom je niet bij het huis van Emy. Nu ben ik bij de oude molen, goed inademen en uitademen en nu heel snel erlangs. Nu alleen nog even doorlopen en ik ben bij het huis van Emy. Toen ik aanklopte deed de moeder van Emy de deur open. “Waar is Emy?” Vroeg ik, “Bij de boerderij, om eieren te kopen.” zei de moeder van Emy. Ik zei haar gedag en ging naar de boerderij. Het was een lange tocht. Terwijl ik naar de boerderij ging deed ik dat ik detective Snak was. Het was best spannend, eerst moest ik het raadsel oplossen van de verdwenen muts (die had ik dan in een boom opgehangen) en moest ik kijken van wie die muts was (van mij natuurlijk). Toen ik dan toch eindelijk op de boerderij was aangekomen vroeg ik aan de boer of Emy er nog was, maar toen ik hoorde dat ze niet eens langs gekomen was vond ik het wel vreemd, Emy doet echt altijd alles wat ze zegt…tenzij ze is ontvoerd of opgegeten door een reusachtige sprinkhaan! Of opgeslokt door het koffertje van Meneer Konijn (Meneer Konijn is een knuffel van mij)! Even alles op een rijtje: gisteravond zat ik onder de boom en Emy in de boom…verdacht, vandaag kreeg ik huisarrest…ook niet normaal, ik ging door het kattenluikje vandaag…doe ik ook nooit, Emy is niet naar de boerderij gegaan maar doet altijd alles wat ze zegt…dat is ook nooit eerder gebeurt…dus Emy doet toch mee aan een complot! Een complot waar iedereen opeens verdwijnt en dan ook nog mysterieuze dingen doet, ik wist het wel! Ik heb Emy nooit echt vertrouwd, weet je ze is toch nog officieel mijn beste vriendin, ook al is ze mijn vijand. Ik ga opzoek naar Emy! Eens even zien waar ze zou kunnen zijn…hmm…misschien in de buurt van de vulkaan, ik ga kijken! Het was wel saai om zonder Emy door het bos te gaan maar ik was toch eindelijk bij de vulkaan aangekomen. Het was zo’n steile vulkaan met hier en daar een richel of een uitstekende rots…en ook wel wat groen ergens tussen de rotsen. Huh, ik hoorde stemmen. Eentje klonk een beetje als die van Emy en de andere kende ik niet. Even kijken hoor, ik zag een lange gestalte en een korte gestalte. Ik kwam dichterbij en nog dichterbij en nog dichterbij tot een van de gestaltes me hoorde en er vandoor rende, de kleine gestalte bleef staan, ik keek wat beter en krijg nou wat! Het was Emy! Zij zag mij ook en liep naar me toe “Wie was dat?” Vroeg ik. “Wie was wat?” Vroeg Emy.

Onrust in de smidse

Ik keek haar verbaast aan en zei niets,want ik had toch echt een andere gestalte gezien. “Wat doe jij hier eigenlijk?” Vroeg ik. “Oh, een beetje rondhangen…” Was Emy’s antwoord. Ik vond het allemaal wel vreemd…nou ja het waren mijn zaken niet. “Kom je mee verstoppertje spelen met de andere dorpskinderen?” Ik hoopte maar dat ik dit gebeuren allemaal snel weer zou vergeten. We gingen terug naar het dorp en hadden het over van alles, maar het beeld van de lange gestalte en Emy kon ik maar niet uit mijn hoofd krijgen. Ik ging naar huis om naar bed te gaan, het was een leuke avond geworden alleen dat ik dan nog meer straf had, was niet echt een plezier…maar dit keer geen huisarrest. Ik sliep snel, want ik had in plaats van een normale kaars een kaars met een geurtje van lavendel aangestoken. Volgende morgen precies hetzelfde liedje, geen Emy, Emy gevonden bij de vulkaan, enzovoort enzovoort. Zo verstreken er vier dagen, het was ondraaglijk. Eindelijk…Emy was de vijfde dag thuis, ik vroeg of ze misschien naar de vulkaan wilde om pandabloesems te plukken, ze zei ja.Dus daar gingen we, ik met een tas jamtaartjes en lucifers, en Emy met… eigenlijk niks. We waren bij de vulkaan aangekomen, hij leek nu groter dan normaal. We begonnen aan de klimpartij. Het duurde erg lang maar toen we de verlaten smidse zagen konden we er op rekenen dat we bijna bij de top van de vulkaan waren. We liepen van richel naar richel naar de smidse toe. De smidse was al jaren leeg, al wel 143 jaar. Toen we dan in de smidse waren was het vreselijk donker, ik deed de fakkels aan met lucifers uit een luciferdoosje die ik had meegenomen. Het werd al lichter in de smidse en we konden allemaal gereedschap van de vroegere smid zien en…”Wie heeft hier het licht aangedaan?” Hoorde we een stem bulderen. Een man kwam naar beneden en keek naar ons, ik durfde niks te zeggen maar Emy wel:”Um, we konden niks zien, dus daarom deden we het licht aan…en we dachten dat hier niemand was. En dat we dan hier even konden rusten?” zei ze terwijl ze trilde. De man keek ons wantrouwig aan. Daarna negeerde hij ons, pakte iets waarmee hij het begin van een zwaard vasthield en ging het afmaken in heel hete, ik weet niet wat, want ik werk niet in een smidse. Na een tijdje vroeg ik:”Hoe maakt u dat?” De man zei niets en ging gewoon weer verder. “Ik ben Ellis. En…hoe heet u?” Vroeg ik. “Kolen…” Zei de man…”…Wat waren jullie aan het doen?” Vroeg Kolen. We waren even stil en Emy zei toen erg verlegen:”Eh…we wouden pandabloesems plukken, maar we waren toen moe geworden en gingen hierheen.” Kolen keek ernstig. “Ik denk niet dat je hier nog veel van die bloesems zult vinden..”Zei Kolen. “Waarom niet?” Vroeg ik. “Ik heb geen idee, er groeien steeds minder pandabloesems op de top van de vulkaan.”

Op de vulkaan

Emy en ik keken geschrokken en verbaast naar Kolen. Helemaal op de vulkaan geklommen voor niets! Ik weet niet wat Emy dacht maar wel wat ik dacht, namelijk: We gaan weer terug naar huis en dit alles vergeten. Maar toen Emy dus zei dat we nog wel even wilde blijven had ik niet echt een keuze. Dus ik ging door met vervelen. Terwijl Emy lekker zat te kletsen ging ik rond kijken wat er allemaal in de smidse te zien was…gereedschap…en nog meer gereedschap…en wapens…niet dat je die hier nodig hebt! Ik zag ook een paar foto’s ik liep ernaar toe om ze beter te bekijken, ik zag op een van de foto’s Kolen die toen nog een kleine jongen was en op andere zag ik een familie en een wolf, op de rest van de foto’s kon ik niet goed zien wat er op stond. Ik keek naar Kolen en Emy, die zaten nog steeds lekker te kletsen. Ik verveelde me, en dan kan vijf minuutjes echt een eeuwigheid duren…en toen eindelijk waren ze klaar. We zeiden Kolen gedag en ik stelde voor om toch even op de top te kijken, en dat deden we, we hadden de rest van de dag toch niks te doen. Ik vond die vent van een Kolen echt niet te vertrouwen. We waren bij de top aangekomen, en kijk daar waren nog genoeg pandabloesems. Emy wou er dus drie meenemen, een voor haarzelf, een voor Amaya en een voor haar moeder. Het was wel erg gevaarlijk om er een te plukken, laat staan drie. Ik zag er een die je net kon plukken, ik riep Emy en zei het, zij vond het te eng om hem te plukken…dus deed ik het maar. De rest van de dag was het erg saai, ik was een beetje aan het rondhangen en Emy zat een boek te lezen op een laag muurtje. Het was een vreselijk saaie middag en ik keek of ik Tinea en Talaila zag. Ze waren nergens, jammer dan kon ik ze niet irriteren. De volgende dag was het ook niet beter, ik speelde een beetje met Kiekeboe’s staart, dat begon Kiekeboe te irriteren en dat liet ze duidelijk merken, dus stopte ik. Ik ging met Blaffer maar uitlaten want dat moest ook gebeuren. Ik kwam Hisse nog tegen, dat is een jongetje met zo’n bril, je weet wel zo iemand die alles denkt te weten. Ik verstopte me voor Hisse want als hij begon te praten, kon je hem gewoon niet meer stil krijgen. Helaas hij had me al gezien en riep:”Hé, Ellis daar ben je ik zocht je al.” Hij liep naar mij toe en stond stil, Blaffer (die Geen fan van Hisse was) blaftte naar hem, en Hisse deinsde achteruit.”We gaan met veel van de dorpskinderen picknicken, ga je ook mee?” Zei hij terwijl hij Blaffer wantrouwig aankeek. Ik keek hem verveeld aan en zag gewoon dat hij een potje met me stond te liegen. En dan is er nog iets wat jullie niet weten, namelijk dat Hisse een oogje op me heeft! Ik kwam uit m ’n struik en keek Hisse recht in de ogen, die onder de glaasjes van die bril zaten. “Ik ga niet mee,” ik zei het een beetje binnensmonds “Trouwens ik weet heus wel dat je dat zegt omdat je gewoon tijd met mij wil doorbrengen.” Hisse keek een beetje teleurgesteld en sjokte verder. Ik kreeg toch medelijden en riep:”Wacht! Hisse, wacht!” Ik rende naar hem toe .”Ik ga toch mee.” Hij lachte dus ik lachte. We liepen naar de geheime picknickplek van de dorpskinderen. Als je via Meneer Bedlieder’s villa linksaf het bos in ging, zestiende boom rechts en dan tussen de struiken rechtdoor kon je een prachtige open plek vinden (niet doorvertellen!).

Bij de picknick

Ik kon de appeltaart al ruiken toen ik daar aankwam! Ik rende de appeltaart lucht tegemoet en kwam op de picknick plek aan! “Verrassing!!!” Riepen alle dorpskinderen, plus Emy… Beheersen, dacht ik bij mezelf. Ik liep naar Emy toe, ging naast haar zitten en nam een jamtaartje. De andere kinderen kletsten, maar ikke niet hoor! Ik dacht bij mezelf van: Emy moet maar als eerste iets zeggen. Emy at helemaal niets. Vreemd hoor! Dacht ik toen. “Ellis, ik moet je iets vertellen” Zei Emy langzaam. Eindelijk gaat ze over DAT complot vertellen! Maar…”Ellis zoals je soms wel merkt ben ik vaak weg,” Ik knikte glimlachend alsof er niets aan de hand was (NEE, helemaal niet). “dat komt omdat ik naar school ga!” Ik verslikte me in mijn zesde jamtaartje. “Wa-wat zei je daar?” Zei ik met grote ogen. Er was dus geen complot? En niemand was opgeslokt door het koffertje van Meneer Konijn (pfieuw, gelukkig)? Ze ging nu dus naar school (ja hoor, WAT een smoes). Ik ken intelligentere mensen dan Emy die NIET naar school gaan. Ik keek Emy zwijgend aan. *Kuch, kuch* Afley hoestte, kennelijk had ze een koudje opgelopen. “gezondheid.” Zei Hisse terwijl hij een stuk taart in zijn mond propte. Ik vond het al vreselijk genoeg dat hij met zijn mond vol eten zat te praten, maar ik vond het vooral erg dat hij toen moest hoesten!